Tekstgrootte
Met de meeste kinderen gaat de ontwikkeling gewoon goed of met ups en downs, volgens een opklimmende leerlijn. Een aantal kinderen heeft extra aandacht, bijzondere ondersteuning, nodig.
In alle gevallen gaan we uit van de onderwijsbehoeften
Op basis van leerlijnen wordt met behulp van toets- en observatiegegevens en diagnostische gesprekken met de kinderen in iedere groep een groepsplan gemaakt. Hierin wordt beschreven op welk moment welke kinderen welke aandacht krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat onderwijsbehoeften van meerdere kinderen gecombineerd worden. In enkele gevallen is het nodig dat er met een individueel handelingsplan wordt gewerkt, waarin de onderwijsbehoefte en aanpak van één kind wordt beschreven.
Wat zijn onderwijsbehoeften?
Onder onderwijsbehoeften wordt o.a. verstaan:
Leerlingvolgsysteem
De ontwikkeling van kinderen worden met behulp van het Leerling- en Onderwijs volgsysteem (LOVS) gevolgd. Voor de kleutergroepen zijn dit de leerlijnen van Parnassys en de toetsen van CITO. Voor de andere groepen het Cito-leerlingvolgsysteem. Daarnaast spelen de observaties van de leerkrachten een grote rol.
Om de sociaal- emotionele ontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen, gebruiken we de SEF-vragenlijst (Sociaal Emotioneel Functioneren) van Cito.
Intern Begeleider
De rol van de Intern begeleider is het begeleiden van de leerkracht bij het vaststellen van en het omgaan met de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De intern begeleider voert observaties uit in de groep, is gesprekspartner voor externe hulpverleners en ondersteunt ouders en leerkrachten in het vinden van een passend aanbod voor kinderen.
Schoolondersteuningsteam (SOT)
Als de leerkracht en intern begeleider meer informatie of deskundigheid nodig hebben die binnen ons onderwijs niet te vinden is, wordt de hulp ingeroepen van het SOT. Deskundigen als een orthopedagoog of jeugd- en gezinscoach van het CJG helpen het onderwijs met het vinden van de juiste aanpak, het juiste ontwikkelarrangement voor het kind. Vanzelfsprekend wordt u als ouder vooraf en tijdens het proces actief hierbij betrokken. Dit betekent dat u zelf bij de bespreking aanwezig bent.
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Als een leerling een afwijkend onderwijsprogramma volgt en extra ondersteuning nodig heeft, dan is het noodzakelijk om zijn ontwikkelingsmogelijkheden te kennen. Daarvoor stellen we, in overleg met u (binnen 6 weken na plaatsing bij ons), het ontwikkelingsperspectief op (OPP). Daarin staat welke onderwijsdoelen deze leerling zal kunnen halen en wat de verwachte uitstroom is richting het Voortgezet Onderwijs. Wij gebruiken hiervoor de volgende relevante gegevens:
Meer getalenteerde kinderen
Soms ontstaat uit de toets- en observatiegegevens en gesprekken met ouders het vermoeden dat een kleuter een ontwikkelingsvoorsprong heeft of dat bij een leerling uit een van de hogere groepen sprake is van begaafdheid. In dat geval wordt de SIDI (observatielijst ter onderzoek of er mogelijk sprake is van begaafdheid) ingevuld.
Als het vermoeden vervolgens bevestigd wordt, krijgt de leerling aangepaste leerstof aangeboden. De leerstof wordt ingedikt (compacten) en daarnaast wordt in de resterende tijd verrijking (verbreding en verdieping) van de leerstof aangeboden. Binnen onze school heeft de leerling daarnaast de mogelijkheid een dagdeel per week deel te nemen aan de zogenaamde Plusklas. Hier krijgen kinderen naast het werk in de reguliere groep waar ze zitten, nog meer uitdaging en wordt er gewerkt aan “leren – leren”.
Extra ondersteuning
Voor kinderen die wat meer instructie of lesstof op een lager niveau nodig hebben, kunnen we, indien door school gewenst, naast de verlengde instructie door de groepsleerkracht, op diverse vakken extra ondersteuning aanbieden. Bijv. op het gebied van voorbereiding op groep 3, lezen en rekenen. Deze ondersteuning wordt veelal gegeven in kleine groepjes, buiten de klas. Hiervoor worden externe ondersteuners aangetrokken.